Achtergronden

Een korte tijdschets

Bericht uit de Katholieke Illustratie van 1867

Vóór de industriële revolutie was het gewoon om rechtstreeks voedingsmiddelen te kopen bij boeren en tuinders. In het geval dat de thuisverkoop achterbleef bij de productie, togen boeren en tuinders bepakt en beladen naar nabije steden om hun producten op de markten te verkopen.

Consumenten waren hierdoor nauw betrokken bij het wel en wee van producenten en ook heel redelijk op de hoogte van de productiewijzen.

Onder andere de opkomst van veilingen, groothandelskanalen en de automatisering leidden tot schaalvergroting in de land- en tuinbouw en het produceren voor bijna anonieme afnemers. De grootste gemene deler van wat consumenten wilden en de behoeften bij de handel werden steeds meer richtinggevend voor de productie. Afnemers met uiteenlopende wensen veranderden in 'de consument'.

De ontwikkeling van nieuwe fruitrassen richtte zich op rassen die de toets van de groothandel konden doorstaan (met name lang houdbaar) en werden gewaardeerd door 'de consument'. De toetsing in smaakpanels leidde welhaast automatisch tot het afvallen van rassen waar slechts kleinere groepen belangstelling voor toonden. Een enorme versmalling van het aanbod was het gevolg.

Mede door de versmalling van het aanbod, maar ook door het grote aanbod van vele soorten fruit uit alle windstreken, alsook de concurrentie door snoep en gezoete frisdranken, is er steeds minder belangstelling voor het Nederlandse fruit.
Het fruit moet hierdoor grotendeels worden afgezet tegen wereldmarktprijzen, die door de concurrentie vanuit de lagelonenlanden vaak beneden de kostprijs zijn. Het credo luidt dan meestal: Schaalvergroting en kostprijsverlaging. Natuur, milieu, landschap en consumenten zijn daar echter in het algemeen niet mee gebaat.

In de 21e eeuw komt steeds meer het besef dat we zuinig moeten omgaan met onze schaarse bronnen als energie en delfstoffen. Ook worden er door steeds meer mensen vraagtekens geplaatst bij de productiewijzen in de land- en tuinbouw. Consumenten snakken inmiddels naar 'eerlijk voedsel' en rechtstreekse contacten met telers en teelten. Streekproducten genieten in steeds bredere kring belangstelling.

Hieronder worden wat ontwikkelingen geschetst die er op duiden dat in de 20 jaren na de oprichting van Stichting Schone Fruitteelt de heersende opvattingen over de relatie consument-producent zijn veranderd.

  • Rond de oprichting van SSF (1995) was er weinig bijval voor haar gedachtengoed. Met name vanuit de Nederlandse Fruittelers Organisatie NFO werd flink geageerd tegen ingrepen die er op waren gericht fruitbedrijven toegankelijk en aantrekkelijk te maken voor burgers en buitenlui. Bijvoorbeeld het idee om de bedrijven aan te kleden met (een beperkt aantal) hoogstambomen met oude streekrassen vond weinig bijval. Voormannen betoogden dat ze juist blij waren van die lastige hoogstambomen verlost te zijn, 'die zo veel arbeid vroegen en alleen maar ziekten en plagen verspreidden'. Thuisverkoop van fruit zou maar voor weinig bedrijven voor een belegde boterham kunnen zorgen. Voldoende reden om dit niet te stimuleren. Biologische fruitteelt zou geen alternatief zijn omdat er onoverkomenlijke teelt- en afzetproblemen zouden zijn. 
  • De overheid, weliswaar pleittend voor dynamiek en vernieuwing op het platteland, nam in deze jaren nog niet haar verantwoordelijkheid en liet de oren vooral hangen naar de NFO bij de beoordeling van ondersteuningsaanvragen van systeeminnovatieve projecten in de fruitteelt.
  • In 'De Fruitteelt', het lijfblad van de NFO, verschenen in de jaren hierna steeds positievere artikelen over biologische fruitteelt en thuisverkoop en inmiddels lijken deze binnen de fruitteeltorganisatie algemeen geaccepteerd.
  • Wat heeft meegewerkt aan deze acceptatie is dat er diverse fruitrassen op de markt zijn gekomen met brede weerstand tegen plantenziekten, die ook de smaaktesten van kritische consumenten goed doorstaan.
  • Voorts heeft de industrie de biologische teelt als afzetmarkt ook ontdekt en speelt daar actief op in door de ontwikkeling van eenvoudig toepasbare biologische meststoffen en biologische gewasbeschermingsmiddelen.
  • Het aantal biologische fruittelers is mede hierdoor flink toegenomen en inmiddels wordt regelmatig biologisch fruit in de supermarkten aangeboden.
  • Vanuit de veilingen worden nieuwe appelrassen gepromoot die geschikt zijn voor minderheden zoals kinderen, ouderen of echte smaakliefhebbers.
  • Alle organisaties voor natuur-, milieu- en dierenbescherming hebben de laatste decennia een sterke groei doorgemaakt en hebben in 2013 tezamen ruim 3,5 miljoen donateurs/leden. De donateurs en leden brengen het nodige geld bijeen en hebben hiermee invloed. Zie bijvoorbeeld onderstaand rapport van Greenpeace: Pesticide application as routine in EU apple production http://www.greenpeace.de/sites/www.greenpeace.de/files/publications/apple_testing_19-10_2.pdf . Voor geïnteresseerden zijn ook de volgende wetenschappelijke publicatie en informatie over toelating van glyfosaat in de fruitteelt lezenswaardig in dit verband http://www.ithaka-journal.net/druckversionen/e052012-herbicides-urine.pdf resp. http://www.nfofruit.nl/nieuws/toelating-glyfosaat-uitgebreid .
  • Steeds meer burgers en gepensioneerde agrariërs zijn ook gemotiveerd om in de vrije tijd hun armen uit de mouwen te steken voor aanleg- en onderhoudswerkzaamheden voor (agrarische) natuurverenigingen.
  • Veel fruittelers hebben de thuisverkoop ontdekt als hoofd- of nevenbron van inkomsten. Er zijn al verschillende fruittelers die de bedrijfsinrichting en bedrijfsvoering op de schop hebben genomen om het bezoek door consumenten verder te stimuleren.

Deze korte schets is niet volledig, maar geeft wel aan dat er steeds betere mogelijkheden zijn voor fruittelers om aan de wensen van consumenten tegemoet te komen. Voorlopers verdienen hiermee al een redelijke boterham en zijn bijna automatisch tot ambassadeurs gepromoveerd voor de gehele bedrijfstak!